
Probeer eens een oude, koude bitterbal. Of patat van de vorige avond. Of oude chips…
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw was het hip om sober, gezond en vegetarisch te eten. Avond aan avond zat je dan met een bord bruine rijst voor je neus, nu eens met roergebakken groenten en pindasaus, dan weer met roergebakken groenten met tomatensaus, of met gebakken ui en heel veel ketjap, wat in elk geval nog wat umami (hartigheid) gaf. Blaadje sla erbij, tomaatje, en klaar.
Kortom: Slappe hap. Snel vergeten.
Want wat willen we? Goede gevarieerde smaken op ons bord, natuurlijk! En eten dat er aantrekkelijk uitziet! En….een goed mondgevoel!
Mondgevoel is een onderschat fenomeen, terwijl het zo belangrijk is:
Waarom vinden we bitterballen lekker? Vanwege de combinatie van de krokante buitenkant en de zachte, zalvende vulling. Waarom houden we van chips? Vanwege de ‘krak’. En wat willen vleeseters? Kauwen!
Het is dus handig om bij de samenstelling van je gerecht na te denken over het mondgevoel; is er iets te kauwen? Zit er een krokantje bij?
Een supermakkelijk krokantje maak je bijvoorbeeld door wat parmezaanse kaas te raspen, dit te mengen met wat sesamzaad en dan dun uit te strijken over bakpapier en op 180 graden in de oven licht goudbruin te bakken (geen hete lucht; dan waait je kaas alle kanten op!). Dat duurt tussen de 8 en 11 minuten; goed in de gaten houden, want te bruin wordt de kaas bitter en is de lol eraf!
Even laten afkoelen, dan in stukken breken en die rechtop in je gerecht zetten of losjes erbij leggen. Hup, daar is je risotto/pasta/stamppotje veranderd van een kleffe hap in een catchy gerechtje!